Waarom is kanker zo moeilijk te genezen?

Patiënt krijgt zorg in ziekenhuis

9 redenen waarom kanker zo'n ingewikkelde ziekte is

​Kanker bestaat al langer dan onze jaartelling. Door de jaren heen hebben we enorme vooruitgang geboekt. Toch sterven in Nederland alleen al elk uur 5 mensen aan kanker. Hoe kan het dat zelfs de allerslimste wetenschappers nog steeds niet iedereen kunnen genezen? Het antwoord is even simpel als frustrerend: kanker is ontzettend ingewikkeld. Hier lees je hoe dat komt.

1 - Kanker is niet 1 ziekte

Kanker is een verzamelnaam voor een hoop verschillende ziektes. 1 ding is hetzelfde: lichaamscellen die verkeerd delen en groeien. Kanker kan overal in het lichaam ontstaan. Er zijn dan ook heel veel verschillende kankersoorten: bijvoorbeeld borstkankerdarmkankerbotkanker of longkanker. Ook zijn er binnen deze kankersoorten nog verschillen:

  • soms zijn de cellen anders 
  • sommige tumoren zijn agressiever en zaaien sneller uit dan anderen
  • soms zijn er verschillen in het DNA van een kankercel

Zo zijn er al snel honderden kankersoorten die allemaal ‘op maat’ onderzocht en behandeld moeten worden. Dat kost heel veel tijd en geld. Ook gelden ontdekkingen die artsen en onderzoekers doen vaak maar voor 1 bepaald type kanker. De ene patiënt heeft er meer aan dan de andere. 1 middel dat álle soorten kanker bestrijdt, is waarschijnlijk te mooi om waar te zijn.

2 - Kanker kan uitzaaien

Kanker kan uitzaaien. Via het bloedvaten- of het lymfestelsel kunnen kankercellen zich verspreiden. Op andere plekken ontstaan dan nieuwe tumoren. Die zijn vaak niet goed te behandelen, waardoor mensen vaak niet meer kunnen genezen.

KWF financiert veel onderzoek naar uitgezaaide kanker. Onderzoekers staan daarbij voor flinke uitdagingen. Of en hoe een tumor uitzaait hangt namelijk af van allerlei dingen. Hoe de tumor reageert op de omgeving, waar hij zit, wat er allemaal gebeurt in een cel en welke rol iemands genen daarbij spelen bijvoorbeeld. Er is nog een lange weg te gaan om precies te snappen waarom kanker uitzaait. En wat we daaraan kunnen doen.

Meer over uitzaaiingen op kanker.nl

3 - Kanker past zich aan

Kankercellen kunnen zich heel goed aanpassen aan hun omgeving. Is er zuurstofgebrek? Dan maken ze nieuwe bloedvaten aan voor extra zuurstof. Gaat hun DNA kapot? Dan proberen ze dat snel te repareren. Hoe beter kankercellen zich aanpassen, hoe:

  • agressiever ze zijn
  • sneller ze uitzaaien
  • ongevoeliger ze worden voor behandelingen

Doordat kankercellen zich aanpassen, gaan ze ook van elkaar verschillen. Zo kan 1 tumor wel 100 verschillende DNA-afwijkingen hebben. Daardoor wordt behandelen moeilijker. Want het is maar de vraag of de behandeling alle kankercellen doodt. Aan onderzoekers de taak om het aanpassingsvermogen van kankercellen beter te leren begrijpen. En die kennis te gebruiken voor een betere behandeling.

4 - Kanker heeft niet 1 oorzaak

Eind 18e eeuw viel het de Britse arts Percivall Pott op dat schoorsteenvegers vaak balzakkanker kregen. Met deze waarneming legde hij de basis voor onderzoek naar de rol van iemands omgeving bij het ontstaan van kanker.

Weet je hoe kanker ontstaat? Dan kun je enorme gezondheidswinst boeken. Maar onderzoek naar oorzaken van kanker kost veel tijd en geld. Om een sterk verband te vinden moet je een grote groep mensen jarenlang heel precies volgen. Door zulk onderzoek weten we ondertussen dat rokenuv-straling van de zon en infecties zoals HPV, hiv en hepatitis B de kans op kanker kunnen vergroten. Maar dat betekent niet dat je kanker altijd kunt voorkomen. Ook als je niet rookt, uit de zon blijft en gezond eet, kun je kanker krijgen. Erfelijkheid kan bijvoorbeeld een rol spelen. Maar meestal is het toeval.

Of we ooit weten hoe kanker zomaar ontstaat, is nu nog niet te zeggen. De kans dat we nog zo’n grote risicofactor als roken ontdekken is heel klein. Wat overblijft is onderzoek naar kleinere risicofactoren. Of naar hoe kanker in de basis ontstaat en hoe de omgeving daar een rol bij speelt. Waarom ontstaan plotseling fouten in ons DNA? En waarom repareert het lichaam die de ene keer wel en de andere keer niet? We hebben er nog geen duidelijk antwoord op. Maar we blijven ernaar zoeken. 

5 - Kanker wordt vaak laat ontdekt

Kankercellen kunnen zich lange tijd vermeerderen zonder dat je het merkt. Kleine tumoren voel je niet en zie je niet. Pas als ze wat groter zijn geven ze klachten. Zo kunnen:

  • tumoren in de keel zorgen voor slikklachten
  • prostaattumoren zorgen voor plasklachten
  • tumoren die op zenuwen drukken zorgen voor pijn

In het ergste geval heeft iemand al uitzaaiingen wanneer kanker ontdekt wordt. Kanker vroeg opsporen is dus ontzettend belangrijk. Hoe eerder iemand behandeld wordt, hoe beter de vooruitzichten. Daarom is in 1990 gestart met het bevolkingsonderzoek borstkanker. Hierdoor sterven jaarlijks ongeveer 850 minder vrouwen aan borstkanker. Later volgden de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en darmkanker. Ook die zorgen ervoor dat minder mensen doodgaan aan kanker.

Daarom wordt onderzocht of bevolkingsonderzoeken ook bij andere soorten kanker gezondheidswinst kunnen opleveren.

6 - Kanker ontstaat uit onszelf

Kankercellen ontstaan uit normale lichaamscellen. Dat maakt ze moeilijk te bestrijden, want het onderscheid tussen kankercel en normale cel is niet altijd even duidelijk. De uitdaging is om de kankercellen te vernietigen, maar de gezonde cellen met rust laten. Dat is een lastige opgave, waar elke behandeling - operatie, bestraling en medicijnen - mee te maken heeft.

Ook ons eigen afweersysteem heeft moeite om kankercellen te herkennen en aan te vallen. Immunotherapie is een behandeling die het afweersysteem daarbij helpt. Dat is niet makkelijk, want het afweersysteem moet zich niet tegen gezonde cellen keren. Een ander probleem is dat immunotherapie niet bij elke patiënt even goed werkt. Er is dus nog heel veel onderzoek nodig om de behandeling helemaal perfect te krijgen.

7 - Sommige tumoren zijn extra moeilijk te behandelen

Sommige tumoren hebben kenmerken waardoor ze extra lastig te behandelen zijn. Bijvoorbeeld een hersentumor. De hersenen laten medicijnen niet makkelijk toe. En opereren en bestralen in de hersenen is erg gevaarlijk. Dit maakt het niet alleen moeilijk om een hersentumor te behandelen, ook de tumor onderzoeken is daardoor heel lastig.

Alvleesklierkanker en eierstokkanker zijn moeilijk te behandelen omdat ze vaak laat ontdekt worden. De tumor is dan te groot om te verwijderen. Of hij is al uitgezaaid. Omdat mensen met zo’n tumor vaak niet meer lang leven, is het moeilijk om daar goed onderzoek naar te doen. Gelukkig werken onderzoekers hard aan nieuwe behandelingen en opsporingstechnieken.

8 - Sommige tumoren komen heel weinig voor

Sommige tumoren zijn zo zeldzaam dat er niet goed onderzoek naar gedaan kan worden. Er zijn dan te weinig patiënten om betrouwbaar bewijs te verzamelen. Soms is het dan beter om het onderzoek aan grotere landen over te laten of daar samen in op te trekken. Daarom heeft KWF nationale en internationale samenwerkingsverbanden tot stand gebracht.

9 - Een tumor ontstaat uit heel veel kleine stukjes

Kanker is een ziekte van het DNA, dat bij de mens uit zo’n 20.000 verschillende genen bestaat. Bij het ontstaan en de groei van kanker zijn honderden cellen en moleculen betrokken. Uitzoeken hoe deze los van elkaar werken is een enorme klus. Maar leren begrijpen hoe al deze netwerken met elkaar samenhangen is nog veel ingewikkelder. 

Kanker genezen is ingewikkeld. Maar we komen steeds dichterbij

Onderzoek is een traject van de lange adem en vallen en opstaan. Dat kost veel tijd en geld. De onderzoeken die KWF financiert duren gemiddeld 4 jaar. Dat lijkt misschien lang, maar meestal kunnen in die periode maar een paar vragen beantwoord worden. Ook is die kennis vaak niet direct toe te passen. Wetenschappers doen bijvoorbeeld al jaren onderzoek naar hoe het afweersysteem werkt, maar pas sinds kort is die kennis vertaald naar een effectieve kankerbehandeling (immunotherapie). Doorbraken komen dus vaak pas na jaren.

Kanker genezen is een lange en hobbelige weg. En of we de ziekte helemaal de wereld uit kunnen krijgen is de vraag. Stap voor stap en af en toe met grote sprongen komen we wél steeds een stukje dichterbij.