'Door de kanker hebben we ons toekomstbeeld moeten bijstellen'

Heftig bloedverlies
Het was februari 2020. Mireille was bijna klaar met haar huisartsenopleiding. Haar vriend en zij hadden net een huis gekocht en de plannen voor een grote reis lagen op tafel. Tot niet corona, maar een tumor van 6 centimeter bij Mireille’s baarmoedermond alle plannen overhoop haalde.
Mireille had al een tijdje last van bloedverlies. Eerst licht, maar het werd steeds heftiger. De huisarts dacht in eerste instantie dat het niets ernstigs was, ook omdat de uitslag van het uitstrijkje vier maanden eerder PAP1 aangaf. Niks aan de hand dus. Maar toen Mireille het toilet bijna niet meer af kon omdat het bloed eruit stroomde, kon een bezoek aan de gynaecoloog niet langer uitblijven.
De gevreesde uitslag
“Van de huisarts had ik eerst pillen gekregen om het bloedverlies tegen te gaan. Dat werkte maar zodra ik er mee stopte begon het weer. Toen het zo erg werd dat ik het toilet bijna niet meer af kwam op m’n werk, wist ik een spoedverwijzing naar de gynaecoloog te krijgen. Daar keek de arts al snel tegen een tumor van zes centimeter aan bij m’n baarmoedermond. Ze hoopten eerst nog dat het een goedaardige tumor was. Maar de uitslag van het biopt maakte een einde aan die hoop: kanker. Waarschijnlijk is de uitslag van mijn uitstrijkje drie maanden eerder een foute geweest. Want zo snel kan een tumor niet groeien. Bij mij zijn de eerste foute cellen waarschijnlijk zo’n vijf jaar geleden al ontstaan.”
Verlammende angst
“Toen ik de uitslag kreeg, had ik het gevoel dat de grond onder m’n voeten vandaan werd geslagen. Een gevoel dat met niks te vergelijken was. Nu de uitslag slecht was en de tumor al zo groot, was ik ook meteen heel bang dat het uitgezaaid was. Al die kwalen die ik al jaren had, zoals nachtzweten of gewichtsverlies, relateerde ik nu aan kanker. Het is onbeschrijflijk hoe verlammend die angst is. Alles valt stil. In de ogen van de artsen probeerde ik alsmaar af te lezen wat mijn lot was. Hopen was eigenlijk het enige wat ik kon doen. Na onderzoeken bleek dat het inderdaad was doorgegroeid naar het weefsel rondom en uitgezaaid naar de lymfeklieren.”
Behandelopties
“Omdat het al uitgezaaid was, had ik eigenlijk nog maar één behandeloptie. Opereren kon niet meer dus het werd chemotherapie met bestraling. Het liefst had ik natuurlijk dat ze die tumor er uit zouden halen, het niet meer in mijn lichaam zat. Maar dat doen ze niet als het al uitgezaaid is. Ik kreeg een behandeling van 25 bestralingen (elke dag behalve in het weekend) en elke week een chemo. En vervolgens ook nog inwendige bestraling. Van de behandeling voelde ik niks. En van de kanker ook niet. Dat is heel bizar. Het enige bewijs is eigenlijk de MRI-scan waarop de tumor zichtbaar was. Voor de rest heb ik geen pijn gehad. Maar van de behandelingen zelf werd ik wel doodziek.”
Chemo in de lockdown
“Toen ik net de diagnose had gekregen stroomde ons kleine appartement vol met mensen die langskwamen om me te steunen. Dat was heel fijn. Maar een week nadat de behandelingen begonnen, ging de lockdown in. Dat maakte alles nog onwerkelijker dan het al was. Van tevoren wisten we natuurlijk niet dat het nog maanden zou duren voordat we weer iemand zouden zien. Maar toen de behandelingen eenmaal van start waren gegaan, had ik eigenlijk ook geen energie om mensen te ontvangen. Eerst dacht ik nog: ik plan de bestralingen ’s ochtends, dan heb ik nog wat aan mijn dag. Maar op de dagen van de bestralingen kon ik alleen nog maar als een dood vogeltje op de bank liggen. Zelfs een videogesprek was te veel. Dus bezoek had al helemaal veel energie gekost. Dat gaf wel rust, maar was ook eenzaam. Zelfs m’n ouders heb ik niet live gezien in die tijd. M’n vriend en ik hebben het echt met z’n tweetjes moeten doen. Voor hem was het ook zwaar. We zaten echt in de overlevingsmodus.”
Weer aan het werk
“Ik kijk wel positief naar de toekomst. Ik ben gere-integreerd en inmiddels dusdanig aangesterkt dat ik weer aan het werk kan. Maar de angst of de kanker terugkomt zal er altijd zijn en dat vind ik lastig. Als ik ergens last van heb, denk ik sneller aan iets ernstigs, vooral als klachten blijven aanhouden. Het vertrouwen in m’n lichaam hoop ik wel steeds meer terug te krijgen. Verder heb ik een stapje terug moeten zetten qua sociaal leven. Ik moet m’n dagen of weekenden niet helemaal volplannen of na een dag werken nog een etentje plannen. Het kan wel, maar daar moet ik dan echt flink van bijkomen.”
Geen kinderen
“Ons toekomstbeeld hebben we helaas moeten bijstellen. We wilden graag kinderen maar die kan ik niet meer krijgen. Dat is een harde dobber, dat idee went nog niet. We waren het nog niet nu van plan maar wel over een paar jaar. En dan was het ook nog maar de vraag of het ging lukken natuurlijk, maar toch zie je dat plaatje voor je. En we zitten ook echt op een leeftijd dat iedereen om ons heen kinderen krijgt. Wij moeten ons leven een andere invulling geven en dat is soms lastig.”
Meer inlevingsvermogen
“Ik heb net mijn opleiding afgerond en ben nu officieel huisarts. Mijn ziekte heeft mijn werk niet echt veranderd maar ik denk wel dat ik me nu nog beter kan inleven in mensen die ziek zijn. De benadering van patiënten is nu makkelijker voor me, omdat ik uit ervaring spreek. Eerder had ik me nooit kunnen voorstellen hoe eng een CT-scan kan zijn. Ik ging echt met knikkende knieën die scan in want je weet: dit is het moment van de waarheid. Daar stond ik voorheen veel minder bij stil. Dus dat is iets positiefs aan dit verhaal.”
Dit artikel is geschreven door de redactie van Flair en in september 2021 verschenen op Flaironline.