Stralende toekomst voor protonentherapie

Protonenbestraling

Het KWF-onderzoek van prof. Rob Coppes

Gepubliceerd op 15 juli 2019

Enkele tientallen meters van het centrum waar patiënten met protonen worden bestraald, smeedt prof. Rob Coppes nieuwe onderzoeksplannen om de behandeling verder te verbeteren. Door het effect van protonen op gezond en kwaadaardig weefsel te bestuderen, wil hij de effecten van de bestraling beter in kaart brengen. “Het is fantastisch dat we hier in Groningen sinds kort patiënten met deze deeltjes kunnen bestralen, maar volgens mij kunnen we er nog veel meer uit halen.”

Combinatiebehandelingen

In december 2018 kende KWF een miljoenenbedrag toe aan Coppes & collega’s om die ambitie waar te maken. “Wat KWF financiert, is de infrastructuur die ons in staat stelt om experimenten met deeltjesbestraling te doen”, vertelt de onderzoeker. “Die onderzoeken zijn nodig, omdat we nog lang niet alles weten van de effecten van protonen in het lichaam. Zo weten we dat traditionele bestraling met fotonen zorgt voor een bepaald type DNA-schade waardoor de kankercellen sterven. Protonen beschadigen het DNA weer op een andere manier (meer complexe ‘dubbelstrengs’ breuken). Met die kennis kun je combinatiebehandelingen ontwikkelen die elkaar versterken.”

Het is hier toch wel een beetje de hoofdstad van de deeltjesbestraling aan het worden.

Als voorbeeld noemt Coppes de zogenaamde PARP-remmers die nu bij bepaalde vormen van kanker worden gebruikt. “Die versterken het anti-kankereffect bij cellen met de DNA-schade die hoort bij fotonenbestraling, maar we weten nog niet precies hoe het effect is in combinatie met protonenbestraling. Als dat minder goed -of juist beter- werkt met protonentherapie, kun je of een alternatief zoeken, of juist dit middel in combinatie met protonen gebruiken. Ook is het effect van de combinatie van immunotherapie met protonentherapie een interessante, aangezien protonen mogelijk een versterkt effect zouden kunnen laten zien en afweercellen beter aantrekken die het karwei zouden kunnen afmaken.”

Een eigen 'speeltuin'

Voor zijn experimenten was Coppes tot voor kort aangewezen op de bestralingsfaciliteiten in het naburige KVI-Center for Advanced Radiation Technology. “Daar worden veel natuurkundige experimenten gedaan. Een aantal keer per jaar kon ik er ook terecht voor mijn eigen experimenten, maar die ruimte was er niet altijd. Met het bedrag dat KWF ter beschikking heeft gesteld, hebben we nu een “dedicated” faciliteit: dat is in feite onze eigen speeltuin waarin wij naar hartenlust de openstaande onderzoeksvragen rondom deeltjesbestraling kunnen onderzoeken. En dat doen we niet alleen voor het onderzoek zelf: de patiënt profiteert van de kennis doordat we de onderzoeksresultaten snel kunnen implementeren in de behandelplannen.”

Coppes is zichtbaar trots op de mogelijkheden die hij heeft in Groningen. “Het is hier toch wel een beetje de hoofdstad van de deeltjesbestraling aan het worden. We krijgen geregeld onderzoekers over de vloer die bekijken hoe het er hier aan toegaat. Binnenkort komt er bijvoorbeeld een delegatie over uit Dresden, waar ze zelf ook een protontherapiecentrum hebben. Sowieso is er veel samenwerking tussen onderzoekers, zoals ook mede het dankzij de KWF-financiering ontstane INTO-PROT-project waarin biologen van alle Nederlandse protonencentra betrokken zijn. Met de faciliteiten die we in Groningen hebben, kunnen we hier samen de onderzoeksvragen beantwoorden die elders in het land opborrelen. Dat dit allemaal mogelijk is, maakt dit een hele mooie tijd om onderzoek te doen, waarbij we handvaten kunnen aanreiken om de behandeling met protonentherapie nog verder te verbeteren.