Financiële injectie voor prostaatkankeronderzoek

Onderzoeker Jelle Barentzs

Onderzoek versnellen

Dat de cirkel met onderzoeksfasen rond is en nooit helemaal af blijkt uit het vele werk op het gebied van prostaatkanker in het Radboudumc, prof. dr. Jelle Barentsz in het bijzonder. De laatste is KWO-prijswinnaar en bewees in de kliniek dat de diagnostiek bij een vergrote prostaat veel verfijnder en prettiger kan voor de patiënt.

In plaats van de gebruikelijke biopten (12 naalden) die gebruikelijk aan de diagnostiek te pas kwamen, onderzocht hij de toepassing van MRI-scans. Daarmee kan feilloos en non-invasief worden vastgesteld of er sprake is van prostaatkanker en de mate van agressiviteit. Door de KWO-subsidie kwam Barentsz tevens toe aan de belangrijke vervolgstap die nu nog wel eens blijft liggen: implementatie. Diagnostiek met MRI komt in de richtlijn, zowel nationaal als internationaal.

Ondertussen wordt er in de onderzoeksgroep hard verder gewerkt aan zijpaden en verdere verfijning van de techniek. Fellow Bart Philips doet fundamenteel/vroeg-translationeel onderzoek naar de Tesla 7 MRI-scanner, een MRI-scanner die krachtiger is (meer zichtbaar maakt) dan de huidige apparaten. De techniek moet echter eerst nog worden gevalideerd.

Ik vind persoonlijk dat KWF meer geld beschikbaar moet stellen voor implementatie. Heel leuk hoor dat we allemaal nieuwe technieken hebben. Maar als ze allemaal in de la blijven liggen, hebben we er niks aan.

Onderzoek versnellen

Barentsz zelf onderzoekt daarnaast ook de inzet van MRI bij de speurtocht naar uitzaaiingen. Waar uitzaaiingen vroeger pas in lymfeklieren zichtbaar werden als de lymfeklier de grootte had van een druif, is dat bij MRI met behulp van een speciale contrastvloeistof al zichtbaar als de lymfeklier de grootte van een rijstkorrel heeft.

KWF heeft heel expliciet gefinancierd en gefaciliteerd bij deze techniek door financiering beschikbaar te stellen, waarmee Barentsz de rechten kon verkrijgen om dit contrastmiddel (met een verlopen patent) in eigen beheer te produceren. Het onderzoek dreigde vast te lopen toen dit middel niet meer kon worden gebruikt, maar met een kleine extra financiering kon deze hobbel succesvol worden genomen.

Dit onderzoek draagt bij aan de versnelling van vinding naar praktijk doordat de onderzoeker met een ruime subsidie (2 miljoen euro in 6 jaar) in staat werd gesteld om niet enkel zijn onderzoek uit te voeren, maar de kennis ook te vertalen naar trainingen waardoor collega’s zich konden bekwamen in de nieuwe methode.

Door deze standaardisatie kon de methode sneller breed worden uitgerold en zag het beroepsveld de noodzaak in voor implementatie in de richtlijn.