Welke bloedtest is het meest geschikt om de ziekte te monitoren bij borstkankerpatiënten die neoadjuvante chemotherapie ondergaan?
Onderzoekssamenvatting
Een groot deel van de patiënten met triple negatieve borstkanker heeft baat bij chemotherapie voorafgaand aan de operatie, maar niet iedereen. Er zijn in de afgelopen jaren een aantal methoden ontwikkeld om in bloed te voorspellen voor wie een voorbehandeling met chemo zinvol is. Welke methode is het best?
Chemotherapie vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling van triple negatieve borstkanker. Wanneer chemotherapie neo-adjuvant wordt gegeven (voorafgaand aan de operatie) kan ná de operatie worden bepaald of de tumor op de chemo heeft gereageerd. Bij ruim de helft van de patiënten blijkt dit zo te zijn, maar er is dus ook een deel waarbij het niet werkt. Zij zouden beter af zijn met een ander soort chemo, of direct een operatie.
Om te weten welke patiënten dit zijn, zouden artsen graag tijdens de chemotherapie de reactie van de tumor op de behandeling willen bepalen. Beeldvorming en biopten blijken hierin niet ideaal: niet betrouwbaar genoeg en belastend voor de patiënt. In de afgelopen jaren zijn een aantal methoden ontwikkeld om in bloed vast te stellen of de tumor reageert op de behandeling. In dit project wordt onderzocht welke van deze bloedtesten het meest gevoelig is.
Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd?
De onderzoekers gaan de gevoeligheid van vier bloedtesten evalueren. Ze verzamelen bloedmonsters van 40 patiënten die chemotherapie voorafgaand aan de operatie krijgen. Deze bloedmonsters analyseren ze elk met alle vier de verschillende methodes.
Wat levert dit onderzoek op?
Inzicht in wat de beste methode is om te meten of een patiënt baat heeft bij chemotherapie voorafgaand aan de operatie.
Nieuws en resultaten
De onderzoekers vonden circulerend tumor-DNA (ctDNA) bij:
- 3 van de 24 patiënten (12,5%) met de Oncomine-test
- 5 van de 40 patiënten (12,5%) met mFast-SeqS
- 3 van de 40 patiënten (7,7%) met shallow whole genome sequencing
- 23 van de 40 patiënten (57,5%) met MeD-Seq.
Wanneer alle methoden samen werden bekeken, werd ctDNA bij 65% van de patiënten aangetoond. De onderzoekers concluderen dat ctDNA bij een deel van de patiënten is op te sporen, maar dat verdere optimalisatie nodig is voordat betrouwbare toepassing in de praktijk mogelijk is.
- A comparative study of four cell-free DNA assays for detecting circulating tumor DNA in early breast cancer (publicatie in Breast Cancer Research)