Chirurgie versus stereotactische ablatieve radiotherapie (MRI-geleid) in patiënten met lokaal gevorderd alvleesklierkanker en goede respons op chemotherapie (PREOPANC-4): gerandomiseerde trial.
Onderzoekssamenvatting
Voorheen werden patiënten met lokaal gevorderd alvleesklierkanker (LAPC) door tumor-ingroei met bloedvaten uitsluitend behandeld met chemotherapie of comfortgerichte behandeling. Deze patiënten kwamen doorgaans binnen enkele maanden te overlijden. Door nieuwe chemotherapie is deze overleving aanzienlijk verbeterd en kan bij bijna een kwart van deze patiënten na chemotherapie de tumor alsnog worden verwijderd met een kans op 5-jaarsoverleving van ~25%. Een recent Nederlands trainingsprogramma toonde aan dat deze chirurgie met een lage operatiesterfte in Nederland kan worden uitgevoerd met wel aanzienlijke korte-termijn complicaties. Nu dient de meerwaarde van deze chirurgie nog bevestigd te worden. Dit wordt geïllustreerd door een recent internationaal onderzoek waarin 18% van de LAPC-patiënten geselecteerd voor chirurgie zonder tekenen van uitzaaiingen na chemotherapie maar zonder operatie na 5 jaar nog in leven was. Daarmee wordt de vraag actueel hoe chirurgie opweegt tegen stereotactische ablatieve radiotherapie.
Onderzoeksrichting/voorgestelde oplossing
Alleen een gerandomiseerd onderzoek - waarbij geloot wordt welke behandeling wordt gegeven - kan bepalen wat de werkelijke meerwaarde is van chirurgische exploratie (met intentie resectie) na chemotherapie in LAPC-patiënten vergeleken met stereotactische ablatieve radiotherapie (MRI-geleid).
Relevantie
Een operatie van LAPC na chemotherapie verbetert mogelijk de overleving, maar is ook in expertziekenhuizen geassocieerd 27% ernstige complicaties, 5% sterfte binnen 90 dagen, 20-30% diarree, en 33% van de patiënten heeft terugkeer van alvleesklierkanker binnen 6 maanden. Daarnaast leidt een resectie tot diabetes in 20-25% en tot problemen met de voedselvertering in 40-50% van de patiënten. Deze tijdelijke en permanente bijwerkingen van resectie die impact hebben op de kwaliteit van leven moeten opwegen tegen een verbetering van de overleving. Mogelijk leidt aanvullende hoog-gedoseerde bestraling ook tot (beperktere) verbetering van overleving, echter met minder complicaties dan resectie. De PREOPANC-4-studie is de eerste lotingsstudie in de wereld die operatie versus bestraling onderzoekt.
Onderzoeksvragen
Leidt een operatie tot langere overleving in LAPC-patiënten die goed hebben gereageerd op chemotherapie in vergelijking met stereotactische ablatieve radiotherapie (MRI-geleid)?
Onderzoeksopzet
Een lotingsstudie waarbij patiënten met LAPC na -chemotherapie wordt geloot voor een operatie om de tumor te verwijderen eventueel gevolgd door chemotherapie [interventiegroep-A] versus bestraling eventueel gevolgd door chemotherapie [interventiegroep-B]. Voor deelname aan deze lotingsstudie is het noodzakelijk dat patiënten goed hebben gereageerd op de chemotherapie, gebaseerd op scans, tumormarkers, en fitheid van de patiënt. Alle patiënten met goede respons op chemotherapie krijgen dus een extra behandeling aangeboden: chirurgie of bestraling. Hoofddoel is om te onderzoeken of een operatie de kans vergroot om na 3 jaar nog te leven ten opzichte van bestraling. Daarnaast worden kwaliteit van leven, bijwerkingen en ziekteprogressie onderzocht. 212 patiënten worden geïncludeerd.
Verwachte uitkomsten
De verwachting is dat een operatie de kans om na 3 jaar te leven verbeterd ten opzichte van bestraling van 20% naar 35%. Daarnaast wordt verwacht dat korte termijn complicaties lager zijn met bestraling en de 6-maanden kwaliteit van leven vergelijkbaar is.
Benodigde stappen voor implementatie
De resultaten worden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en gepresenteerd op internationale congressen. Omdat dit een gerandomiseerde studie is, zullen de resultaten worden opgenomen in internationale richtlijnen en wereldwijd gebruikt worden.