Samen beslissen bij schildklierkanker

onderzoeksdatabase

Onderzoekssamenvatting

​Sommige behandelingen kunnen de overlevingskans aanzienlijk vergroten, maar tegen een hoge prijs. Bij zo’n afweging staat centraal wat de patiënt belangrijk vindt in het leven en welke behandelingskeuze daarbij aansluit. 

Gepubliceerd op 2 mei 2019

Doel van dit onderzoek

Met dit onderzoek willen de onderzoekers de volgende vragen beantwoorden:

1. Leidt een set speciale hulpmiddelen tot een betere arts-patiëntcommunicatie en -besluitvorming?

2. Heeft de arts met behulp van deze hulpmiddelen een beter begrip van de normen en waarden van de patiënt?

3. In welke mate wordt de set van hulpmiddelen echt gebruikt en wat zijn de ervaringen van artsen en patiënten ermee?

Waarom is dit onderzoek nodig?

Dit onderzoek is nodig omdat de vooruitzichten bij schildklierkanker relatief gunstig zijn waardoor het leven na kanker een belangrijke rol speelt bij de behandelkeuze en dat vereist andere begeleiding.

Deze behandelkeuze hangt vooral af van wat iemand in het leven belangrijk en waardevol vindt. Het is dus essentieel dat patiënten deze informatie delen met hun arts. Maar dit gesprek vinden patiënten en artsen vaak erg moeilijk. Daarom is het goed als ze hier hulp bij krijgen. De onderzoekers van dit project hebben een set hulpmiddelen (COMBO) ontwikkeld, die zij tijdens dit onderzoeksproject willen testen. De hulpmiddelen bestaan uit:
1. keuzehulp (patiënt: wat vind ik belangrijk?);
2. booster (patiënt: aangeven welke waarden belangrijk zijn);
3. training (arts: hoe voer ik een gesprek waarin de waarden van patiënt centraal staan?)

Wat levert dit onderzoek op?

Uit dit onderzoek zal moeten blijken of de toepassing van de set hulpmiddelen (COMBO) de overwegingen en waarden van de patiënt voldoende ‘tastbaar’ maakt zodat die beter gehoord worden. Hiermee staat de patiënt centraal in het gesprek over de behandelopties.

Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd?

Om dit onderzoek uit te voeren zullen de onderzoekers een aantal stappen zetten. 
Allereerst zal het onderzoeksteam de 3 onderdelen van COMBO (booster, training voor artsen en keuzehulp) ontwikkelen. Dit gebeurt in samenspraak met artsen en patiënten (interviews en vragenlijsten).

Vervolgens wordt COMBO ingezet in een aantal ziekenhuizen die aan het project deelnemen. Voor het project zijn 128 patiënten nodig. Loting bepaalt of de patiënt het COMBO-pakket krijgt of in de controlegroep komt. Controlegroep betekent dat alleen de arts een training heeft gehad, maar de overige 2 onderdelen van COMBO worden niet ingezet.

Alle arts-patiëntgesprekken komen op film vast te liggen. Hierna gaan de onderzoekers deze beelden nauwgezet bestuderen. Bovendien krijgen artsen en patiënten meerdere vragenlijsten. Hierin komen onderwerpen aan bod als: besluitvaardigheid, besluitvorming en uitvoerbaarheid.