Zeldzame kanker bij kinderen onderzoeken in organoïds

Onderzoeker

Nog niet eens zo lang geleden stelde KWF miljoenen euro’s financiering beschikbaar voor twee grote onderzoeken van professor Hans Clevers naar organoïden: hij ontwikkelde een techniek om kleine stukjes tumor op te kweken tot 3D-miniorgaantjes. Deze kweektechniek is in korte tijd zo’n succes gebleken dat steeds meer onderzoekers baanbrekend kankeronderzoek verrichten met de organoïden.

Onder hen is dr. Jarno Drost. Deze jonge onderzoeker werkte in het verleden bij professor Clevers en heeft nu zijn eigen onderzoeksgroep in het Prinses Máxima Centrum: een nieuw instituut waarin het beste onderzoek en de beste zorg voor kinderen met kanker samenkomen.

Oorzaak en behandeling van zeldzame niertumoren
Met financiering uit het Alpe d’HuZes/KWF-fonds onderzoekt hij niertumoren bij kinderen: “Het is een relatief zeldzame tumorvorm, met zo’n 40 nieuwe patiënten per jaar. Dat maakte het moeilijk om genoeg materiaal te verkrijgen om goed onderzoek te kunnen doen. Met het Prinses Máxima Centrum staat er nu een centraal instituut waar de patiënten allemaal worden behandeld. Op die manier heb je al snel genoeg materiaal om een biobank met organoïden op te zetten.”
 

Op die gekweekte mini-tumoren kan Drost vervolgens twee zaken heel goed testen: “Allereerst hoop ik in organoïden te kunnen achterhalen welke genetische veranderingen er nou verantwoordelijk zijn voor de transformatie tot kankercel. Er zijn een aantal genen bekend, maar ik verwacht ook nieuwe genen te vinden. Als we weten welke veranderingen er optreden, kunnen we vervolgens op de organoïden onderzoeken of er manieren zijn waarmee we die kunnen behandelen.”
 

Dichtbij de patiënt
En juist daar komt een mooie eigenschap van de organoïden om de hoek kijken: omdat ze zijn gegroeid uit tumorcellen van de patiënt zelf, staat het onderzoek ook heel dichtbij de patiënt. “Vooralsnog deden we onze onderzoeken naar kanker met kankercellijnen. Dat zijn relatief makkelijke cellen om mee te werken, maar het is moeilijk om nieuwe cellijnen te maken en uiteindelijk lijken ze niet meer op het originele tumormateriaal.

We verwachten dat dat met organoïden anders is. Daarom checken we in dit project ook of de gekweekte organoïden nog goed lijken op de tumor van de patiënten. Als dat het geval is, kunnen de organoïden wellicht voorspellen of die specifieke patiënt goed reageert op de behandelingen die wij ontwikkelen. Personalized medicine dus, in plaats van hoe het nu gaat: standaard chemotherapie voor de hele groep, terwijl die niet per se goed aanslaat bij elke patiënt.”