Augmented reality op de operatiekamer 

Chirurg Theo Ruers

Theo Ruers (Antoni van Leeuwenhoek & Universiteit Twente) brengt twee bijzondere werelden samen: die van chirurgie en technologie. Met als doel de tumor beter weg te kunnen snijden. KWF en Pink Ribbon steunen het werk van Ruers. Hij vertelt over de bijzondere technieken die hij onderzoekt, voor darmkanker en borstkanker.

 

Op het scherpst van de snede

De chirurg is inmiddels met pensioen, maar opereerde zelf in het Antoni van Leeuwenhoek geregeld darmkankerpatiënten met leveruitzaaiingen. Elke keer weer een riskante uitdaging: “Je wil héél precies snijden: geen tumorweefsel achterlaten, maar ook niet te ruim opereren. Er zitten in en om de lever belangrijke structuren, zoals bloedvaten en galwegen, die je liever niet beschadigt. Maar helaas kun je uitzaaiingen niet altijd makkelijk zien of voelen. Wat je ziet als je naar de lever kijkt, is dan een bruin vlak.”

“Nu is het natuurlijk zo dat we van tevoren CT- en MRI-scans maken”, vervolgt Ruers. Zo krijgt een chirurg toch een beeld, letterlijk, van waar de uitzaaiingen zitten. Maar in de operatiekamer blijft het vervolgens zoeken. “Ik zie dat beeld wel op het operatiescherm, maar eigenlijk wil je ook diepte zien. En dat is wat we in dit project willen realiseren: de informatie uit vooraf gemaakte scans willen we vertalen naar 3D-modellen. En die modellen projecteren op het operatiescherm, als extra laag informatie tijdens de operatie. Augmented reality dus. Waardoor je precies ziet in welke anatomische structuren je aan het snijden bent.”

Het zou voor zowel de patiënt als de gezondheidszorg een uitkomst zijn, denkt hij: “Met nauwkeuriger opereren en minder complicaties help je de patiënt enorm vooruit. Maar het idee van deze techniek is dat je in feite een soort stippellijntje maakt waar de chirurg langs moet snijden. Dat maakt dat je mensen veel makkelijker kunt opleiden om dit soort complexe operaties te doen. Het komt dan veel minder aan op jaren aan ervaring dan nu het geval is.”
 

Geduld

Het is een prachtig toekomstbeeld. Maar ook eentje die ongeduldig maakt. Onderzoek duurt lang, in dit geval vier jaar. Die tijd is hard nodig ook, weet Ruers: “Er moet nog veel gebeuren voordat we echt bij patiënten aan de slag kunnen. De techniek, software en operatie-instrumenten moeten worden ontwikkeld. En je wil live kunnen corrigeren voor bewegingen van de lever, veroorzaakt door bijvoorbeeld aanraking en de ademhaling. Het 3D-model moet dan als het ware meebewegen, dat is ingewikkeld. Daar werken we in de eerste jaren aan. Als alles gaat zoals we hopen, kunnen we in het laatste jaar daadwerkelijk met deze techniek gaan opereren bij patiënten. We zijn net begonnen, de sneeuwbal is gaan rollen. Dat is heel belangrijk. Als het werkt, dan springen andere partijen erop en kunnen we opschalen. Bijvoorbeeld naar toepassing bij andere vormen van kanker, of implementatie in andere ziekenhuizen.”

 

Brug tussen kliniek en techniek

Naast chirurg in het Antoni van Leeuwenhoek, is Ruers ook hoogleraar bij de Technische Universiteit Twente. Daarmee ziet hij in de kliniek de vraagstukken die de technici kunnen helpen oplossen. “Dat is ook wat ik zo leuk vind aan mijn werk. Ik laat me inspireren door technische ontwikkelingen die buiten de geneeskunde vallen. Ik ga bijvoorbeeld graag naar congressen die gaan over onderwerpen waar ik weinig van afweet. Soms zit je twee uur in een zaal en is het verloren tijd, maar soms kom je met een veel belovend idee naar buiten.”

 

Handscanner voor borstkankeroperaties

Een mooi voorbeeld daarvan is een ander project waar Ruers aan werkt, met steun van Pink Ribbon: “Daarin onderzoeken we de inzet van een techniek die eigenlijk uit de geologie en ruimtevaart komt. We kunnen in de geneeskunde heel veel leren van wat er gebeurt in de wereld om ons heen! Deze techniek willen we nu inzetten om borsttumoren beter te opereren. We hebben deze techniek geïntegreerd in een soort handscanner, die tijdens de operatie in beeld brengt of er nog kankercellen aan de snijvlakken van het weggesneden weefsel zit. Want als dat zo is, betekent het dat er nog kankercellen zijn achtergebleven in het lichaam. En dat je dus wat ruimer moet wegsnijden."

Dat zou veel kunnen schelen voor de patiënt, weet Ruers: "Nu krijgen patiënten pas zo'n vijf tot zeven dagen na de operatie bericht of de operatie volledig is gelukt. Als de patholoog aangeeft dat er nog kankerweefsel aan de snijranden zit, dan is een aanvullende behandeling nodig: een nieuwe operatie, of bestraling. Onze techniek zou daar het verschil kunnen maken!"



 

 

Theo Ruers was te zien in de aflevering van Tijd voor Max die geheel in het teken van Pink Ribbon en borstkankeronderzoek stond. Klik hier om de volledige uitzending van 7 oktober 2025 terug te kijken.