Vermoeidheid na kanker: het verhaal van Patricia

Patricia

'Ik kan soms letterlijk niet meer'

​Patricia kreeg in 2016 de diagnose borstkanker. Juist op een moment dat ze heel lekker in haar vel zat. Van elke dag in de boksschool en een overvolle agenda ging ze naar dagen doodmoe op de bank. Hulp zocht ze niet. Tot ze in elkaar klapte en bij het crisisteam terechtkwam.

Patricia: “Voor ik ziek werd had ik een druk leven. Ik had mijn dochter, een drukke baan en soms wel 4 verjaardagen op een dag. Ik was sterk, mentaal en fysiek. Net voor mijn scheiding ging ik boksen en dat begon z’n vruchten af te werpen. M’n lichaam veranderde, ik werd gespierder en ik bouwde steeds meer zelfvertrouwen op. 

Alsof ik griep had

Dat werd anders toen ik kanker kreeg. Natuurlijk was de diagnose heftig. En het matchte totaal niet met hoe ik me op dat moment voelde. Ik was zo krachtig. Toch zat ik er nuchter in. 1 op de 7 vrouwen in Nederland krijgt borstkanker. Ik ben sterk, ik ga dit gewoon doen. Alsof ik griep had. Ik ben in 1e instantie ook blijven sporten. Je conditie op peil houden is goed voor je herstel. Maar toen begonnen de chemokuren en kreeg ik een longembolie. Sporten ging niet meer. Werken ook niet. M’n lichaam wilde niet meer.

Ik ben daar zo kwaad om geweest. Ik ontleende zoveel kracht en zelfvertrouwen aan het boksen. Ik had iets opgebouwd en ineens wordt dat je ontnomen. En ook alle gezelligheid eromheen. Sowieso ging mijn agenda er totaal anders uitzien. Van weekenden vol feestjes en elke dag in de boksschool zit je ineens thuis op de bank. Letterlijk tussen 4 muren. Met een conditie die van skyhigh naar 3 keer niks gaat. Je kan niks. Je ziet er niet meer uit, althans voor mijn gevoel. Je wimpers zijn weg, je wenkbrauwen zijn weg, je bent 10 kilo zwaarder van de medicijnen. En je doet niks. 

Geestelijke klappen

Het is niet zo gek dat dat geestelijk ook klappen geeft. Maar praten met een professional zag ik niet zitten. Ik kreeg wel hulp van een maatschappelijk werker aangeboden vanuit het ziekenhuis, maar ik ging daar met mijn armen over elkaar zitten. Ik dacht: ik ga hier echt niet het achterste van mijn tong laten zien. Ik was geen slachtoffer, ik was een vechter. Ik vertelde hem wat ik dacht dat hij wilde horen en daarmee was het klaar. We gaven elkaar een hand en namen afscheid. Ik had mijn vriendinnen die me er wel doorheen hielpen. Door met me te praten, mijn vriezer vol te gooien en met me mee te gaan naar alle behandelingen. Ik redde mezelf wel.

Ergens wist ik wel dat ik niet zo sterk was als dat ik me voordeed. Mijn vriendinnen zeiden het ook tegen me. Zo van joh, misschien moet je toch verder zoeken naar hulp. Ik luisterde daar wel naar, maar nog steeds kwam de motivatie niet vanuit mezelf. Dus ik bleef m’n kont tegen de krib gooien. Thuis ontplofte ik regelmatig. De spanningsboog stond zo strak. 

Fases van acceptatie

Er moest een crisisteam aan te pas komen om mijn ogen te openen. Want niet veel later klapte ik en ging het licht even helemaal uit. Ik heb toen eindelijk hulp van een psycholoog geaccepteerd. Maar ik wist gewoon niet wat ik daar kwam halen. Zij heeft het toen letterlijk voor me getekend, zoals zij het zag van buitenaf. Waar ik tegenaan liep. En dan moet je gaan zeggen: inderdaad dat klopt wel. Dat is moeilijk, want je wilt weer je oude ik zijn. Alleen ga je die nooit meer worden. Je moet heel wat fases doorlopen om dat te accepteren. Ik zei tegen haar: vertel me maar hoe. Als je het antwoord hebt, doe ik het. Maar zo werkt het niet. Je krijgt gereedschappen, maar de antwoorden moet je zelf vinden. Jij moet accepteren dat je niet meer bent wie je was voor je ziek werd.

Je wilt weer je oude ik zijn. Alleen ga je die nooit meer worden

De 4e bal in de lucht

Dat blijft een van mijn grootste pijnpunten. Maar dat ik niet anders kan, is nu wel duidelijk. Ik zie het als een aantal ballen dat ik in de lucht moet houden. 3 red ik. Dat zijn mijn gezin, mijn werk en mijn huishouden. Maar op het moment dat er een 4e bal bijkomt, laat ik steken vallen. In mijn sociale leven moet ik dus keuzes maken. Want bij elke verjaardag waar ik ‘ja’ op zeg, weet ik dat ik de volgende dag de prijs betaal. Ik ben soms zo moe, dat ik letterlijk niet meer kan. Dat snappen mensen niet als ze de dag ervoor een vrolijke foto van me voorbij zien komen op Facebook. Dus ja, je raakt vrienden kwijt. Ook dat is moeilijk, maar het is niet anders.

Psychische hulp moet er zijn vanaf het moment dat je het ziekteproces ingaat

Vraag om hulp

Ik ben niet iemand die mensen vertelt wat ze moeten doen. Maar ik kan iedereen die te maken krijgt met kanker adviseren: vraag op tijd psychische hulp. Die hulp moet er eigenlijk al zijn op het moment dat je het ziekteproces ingaat. Je leven gaat totaal veranderen, denk niet dat je daarboven kunt staan. Als ik dat eerder had beseft, waren de geestelijke klappen voor mij minder hard geweest.”