Nobelprijs Immunotherapie

Immunotherapie

KWF-tintje aan Nobelprijswinnend onderzoek

Immunotherapie is misschien wel de spannendste doorbraak in kankeronderzoek van de afgelopen jaren. Het idee dat het immuunsysteem van een patiënt kanker aan kan pakken bestaat al langer, maar vertaling naar een echte behandeling leek lange tijd onmogelijk. De ontwikkelingen zitten nu echter in een stroomversnelling, met de eerste behandelde patiënten én de Nobelprijs voor Geneeskunde als levend bewijs.

Deze Nobelprijs heeft een Nederlands tintje. Als jonge, talentvolle onderzoeker werkte dr. Andrea van Elsas eind jaren ’90 samen met Nobelprijswinnaar James Allison. Dat deed hij met een speciale beurs, een KWF-fellowship. Verderop een interview met Van Elsas; eerst een korte uitleg over de prijswinnende behandeling zelf.

Rem op een rem

Kankercellen zijn sluw en halen allerlei trucjes uit om zichzelf onzichtbaar te maken voor het afweersysteem van een patiënt. Zo spelen ze graag verstoppertje voor T-cellen: dat zijn afweercellen die ongewenste indringers vernietigen. Deze T-cellen hebben een rem aan de buitenkant. Die rem is nodig om de T-cellen tot rust te manen, bijvoorbeeld wanneer een infectie in het lichaam succesvol is aangepakt en er geen gevaar meer dreigt. Maar kankercellen misbruiken deze rem door hem voortdurend in te trappen. Daardoor komen de T-cellen niet in actie tegen de kankercellen. 

De winnaars van de Nobelprijs zijn de professoren James Allison en Tasuku Honjo. Zij staan met hun onderzoekswerk aan de basis van zogenaamde 'checkpointremmers', medicijnen die zich het best laten uitleggen als 'een rem op een rem'.

Checkpointremmers voorkomen namelijk dat kankercellen de T-cellen remmen. Met als gevolg dat T-cellen alsnog in de aanval gaan. De medicijnen worden al toegepast bij melanomen en longkanker, en ook voor andere vormen van kanker komen ze eraan. Onderzoekers bekijken in studieverband of ook andere kankersoorten geschikt zijn om op deze manier te behandelen. Ook KWF financiert diverse onderzoeken naar bredere toepassing van checkpointremmers, zoals het project van professor Carl Figdor. Helemaal onderaan deze pagina vertelt hij over zijn huidige KWF-project, waarin hij wil leren bepalen bij welke patiënten deze behandeling het beste aan zal slaan.

Pionierswerk

Dan nu het verhaal van Andrea van Elsas. Tegenwoordig is hij wetenschappelijk directeur van Aduro Biotech, dat geneesmiddelen ontwikkelt die het afweersysteem helpen om kanker aan te vallen. Eind jaren ’90 zat hij ook al in dit onderzoeksveld, maar toen zag de wereld er nog heel anders uit.

Het was een prachtig avontuur in Berkeley, mede dankzij de hulp en aanmoediging van KWF.

“Immunotherapie van kanker werd in die tijd niet serieus beschouwd als behandeloptie, behalve door immunologen”, vertelt Van Elsas. “Eerdere pogingen in de tientallen jaren ervoor hadden weinig klinisch succes. Er werd bijvoorbeeld ook lang gedacht dat het immuunsysteem van kankerpatiënten door chemotherapie en bestraling niet fit genoeg was om succesvol in actie te komen. Op congressen werd ook weinig over immunotherapie gepresenteerd. Dat is nu wel anders.”

KWF-onderzoek legt flinke basis

De kentering kwam in de jaren ’90, herinnert hij zich. “Het werd duidelijk dat het immuunsysteem wel degelijk effectief aangezet kon worden en dat T-cellen hier een belangrijke rol in speelden. En onderzoekers ontdekten dat tumoren regelsystemen van het immuunsysteem ‘misbruiken’ om te ontsnappen.”

Met een fellowship van KWF, een persoonlijke beurs voor jonge, talentvolle onderzoekers, sloot Van Elsas zich in 1997 aan bij het lab van Jim Allison in Berkeley (VS), om onderzoek te doen naar de checkpointremmers. Daarbij werd hij begeleid door mentor Carl Figdor. “Ik richtte me op melanomen en toonde aan dat het inderdaad mogelijk was om bestaande tumoren op te ruimen door simpelweg een rem van de T-cellen af te halen, in dit geval het CTLA4-eiwit. Het onderzoek dat we in Berkeley deden vormde uiteindelijk de wetenschappelijke basis voor de ontwikkeling en registratie van ipilimumab in 2011 als eerste checkpointremmer door een Amerikaans bedrijf voor de behandeling van uitgezaaide vormen van melanoom.”

Ik ben geen arts, maar ik kan wel bijdragen door onderzoek te blijven doen aan vernieuwde en verbeterde vormen van immunotherapie!

Als jonge onderzoeker kon hij nog niet bevroeden dat het onderzoek in Berkeley Nobelprijswaardig zou zijn. “Ik voelde wel dat het lab en het onderzoek bijzonder waren, maar ik dacht niet bewust aan octrooien, medicijnen, of dat er zelfs een Nobelprijs voor Jim uit zou komen.”

Terug in Nederland

“Het was een prachtig avontuur in Berkeley, mede dankzij de hulp en aanmoediging van KWF. Ik kijk terug op een bijzondere periode”, besluit Van Elsas. “Het onderzoek motiveerde mij dusdanig dat ik wilde begrijpen hoe medicijnen ontwikkeld werden. Bij Organon ben ik verder gegaan met de ontwikkeling van geneesmiddelen op basis van antistoffen, zoals pembrolizumab. Met 2 collega’s, Wiebe Olijve en Hans van Eenennaam, richtten we in 2012 de start-up BioNovion op, nu onderdeel van Aduro. In dit bedrijf hebben we een aantal nieuwe antistoffen voor immunotherapie ontwikkeld, die inmiddels in de klinische testfase zijn. Ik ben geen arts, maar ik kan wel bijdragen door onderzoek te blijven doen aan vernieuwde en verbeterde vormen van immunotherapie!”

De toekomst

Tot slot het woord aan professor Carl Figdor. Ook hij beaamt dat onderzoekers hard hebben moeten werken om immunotherapie succesvol te maken. "Ik weet dat Jim Allison met zijn idee heeft moeten leuren bij de industrie. Aanvankelijk zag men het helemaal niet zitten. Men had geen idee over de potentie en zag vooral de nadelen van de rem van het systeem afhalen. Dat is ook zo, er zijn wel degelijk bijwerkingen die ernstig kunnen zijn. Maar toch het is een doorbraak binnen de behandeling van kanker. Zeker gezien de enorme inspanningen nu ook van Pharma, verwacht ik dat er nog veel nieuwe immuuncheckpointbehandelingen bij gaan komen."

Met de mogelijke bijwerkingen van de behandeling noemt Figdor een belangrijk nadeel. De (hoge) kosten zijn ook problematisch. In het Radboudumc werkt Figdor aan een oplossing. "In het huidige KWF project gaan we op zoek naar biomarkers die kunnen voorspellen of een patiënt wel of niet gaat reageren op deze behandeling. Tot nu toe heeft slechts ongeveer een derde baat bij de behandeling, en dan nog alleen bij bepaalde tumortypen. Als je zou kunnen voorspellen welke patiënten dat zijn, dan kan je niet alleen veel geld besparen , maar vooral ook patiënten behandelingen en ook bijwerkingen besparen die niet effectief zijn. In ons onderzoek kijken we in het bijzonder naar de immuuncellen in de primaire tumor. Door die goed in kaart te brengen (waar zitten ze, welke subtypen van immuuncellen, welke hoeveelheid, hoe actief zijn ze) hopen we te leren welke patronen van belang zijn. Dat kunnen we nu gaan doen, omdat we materiaal verzameld hebben van patiënten die de afgelopen 7 jaar met immuuncheckpoint antistoffen behandeld zijn. Het is al met al een heel spannend onderzoek!"