Natural Killercellen in actie tegen eierstokkanker

Onderzoeker met buisjes

Samenvatting
Eierstokkanker is moeilijk te behandelen. Immunotherapie laat bij steeds meer vormen van kanker goede resultaten zien. Onderzoekers hebben in het laboratorium nu ook goede resultaten geboekt bij eierstokkanker. Nu gaan ze in een patiëntenstudie onderzoeken of hun experimentele behandeling ook veilig en werkzaam is bij patiënten. KWF steunt dit belangrijke onderzoekswerk.

"Wat we nu hebben is niet genoeg"

Hoewel er voor steeds meer vormen van kanker betere behandelmogelijkheden beschikbaar komen, blijven de ontwikkelingen bij eierstokkanker achter. Tot frustratie van gynaecoloog dr. Janneke Hoogstad–van Evert: “Na een operatie volgt vaak een zwaar chemotraject. Maar in de 5 jaar daarna komt de ziekte bij een groot deel van de patiënten weer terug. En veel van deze vrouwen overlijden uiteindelijk ook. Wat we nu hebben is dus niet genoeg.”

In haar zoektocht om iets voor deze groep te betekenen, kwam ze bij het Hematologielab van het Radboudumc terecht. Daar laat onderzoek met zogenaamde Natural Killercellen hoopvolle resultaten zien bij leukemiepatiënten. “Die NK-cellen zijn onderdeel van het afweersysteem”, legt Hoogstad-van Evert uit. “Wat je dus in feite doet, is het afweersysteem aanzetten om kanker op te ruimen. Dat zou wel eens een betere oplossing kunnen zijn dan een tumor opereren die daarna weer terug groeit.”
 

NK-cellen: de James Bond van het afweersysteem

Veel onderzoek naar immunotherapie focust zich op de rol van T-cellen. Dat zijn afweercellen die een leger vormen en in grote getale op een ziekteverwekker afgaan. Maar die legers hebben wel informatie nodig over wát ze aan moeten vallen, ze herkennen kankercellen niet zomaar.

Voor NK-cellen ligt dat anders, vertelt Hoogstad-van Evert. “Daar heb je er niet zoveel van. Het is dus niet zozeer een leger, maar meer de James Bond van het afweersysteem. Ze herkennen kankercellen aan hun celoppervlak en kunnen ze vervolgens doden. Wat we uit eerder onderzoek weten, is dat bij kanker verschillende afweercellen minder actief worden. Daarom is het idee om patiënten ‘fitte’ NK-cellen te geven, uit navelstrengbloed. Bij leukemie is dat al in studieverband onderzocht. De veiligheid is in het Radboudumc in een kleine patiëntenstudie aangetoond, in een grotere patiëntenstudie wordt de effectiviteit binnenkort verder onderzocht, met financiering van KWF.”
 

Stapje voor stapje van cel naar kliniek

Stapje voor stapje ging Hoogstad-van Evert te werk om de inzet van NK-cellen bij eierstokkanker te onderzoeken. “We hebben eerst in een biobank onderzoek gedaan in buikvocht. Zowel van patiënten met eierstokkanker als van gezonde mensen. Het bleek dat bij gezonde mensen meer NK-cellen beschikbaar waren dan bij eierstokkankerpatiënten. En dat bij de patiënten met een slechte overleving nóg minder NK-cellen waren te vinden in het buikvocht. Hoe dat precies zit met de kip en het ei weet ik niet, maar deze vondst betekende wel dat we iets op het spoor waren.”

In het laboratorium zette Hoogstad-van Evert de NK-cellen vervolgens succesvol in tegen de kankercellen. Eerst om te bepalen of NK-cellen in staat waren om eierstokkankercellen te doden; vervolgens om de slagvaardigheid van NK-cellen tegen klompjes eierstokkankerweefsel te bepalen en tenslotte bij muizen. Na het voltooien van deze onderzoeksfasen, ging het licht op groen voor een eerste patiëntenstudie: een zogeheten fase 1-studie. Een kleine groep patiënten bij wie de tumor weer is teruggekeerd, krijgen nu NK-cellen toegediend. Met als doel om te bepalen of dit veilig is.

Ook bij deze studie is Hoogstad-van Evert betrokken. “Ik combineer onderzoek doen met mijn werk als gynaecoloog. Die combinatie is heel waardevol. Ik zie als gynaecoloog direct voor wie we het doen. En het maakt ook dat ik makkelijker patiënten kan betrekken bij wetenschappelijk onderzoek. Als de fase 1-studie succesvol is, dan wil ik ook graag betrokken blijven bij het vervolgonderzoek. Dan heb ik niet alleen aan de cellen gewerkt in het laboratorium, maar zie ik ook of patiënten er uiteindelijk echt beter van worden. Want dat is natuurlijk wel het doel: dat patiënten door deze behandeling langer ziektevrij blijven en de kans op terugkeer van de ziekte flink vermindert.”
 

Janneke Hoogstad-van Evert promoveerde op 25 september jl. op dit onderzoek. KWF feliciteert de kersverse dr. van harte met deze mooie prestatie!