Combinatietherapie met doelgerichte farmaca voor een verbeterde behandeling van patiënten met een glioblastoom.

lopend

Onderzoekssamenvatting

Jaarlijks krijgen zo’n 800 Nederlanders de diagnose glioblastoom te horen. Een hersentumor die om meerdere redenen ontzettend moeilijk te behandelen is, en daarom een slechte prognose heeft: gemiddeld is de levensverwachting na diagnose maar 15 maanden. 
Vanwege de sprieterige, agressieve groei, laat een glioblastoom zich lastig opereren. De ligging in de hersenen maakt ook dat er niet al te ruim weggesneden kan worden. Chemotherapie na de operatie wordt vervolgens bemoeilijkt vanwege de bloed-hersenbarrière, een beschermend laagje rondom de hersenen. Omdat de patiëntengroep relatief klein is en niet lang leeft, is het bovendien weerbarstig om grote patiëntenstudies naar nieuwe medicijnen op te zetten. 

Doel van het onderzoek

In dit project gooien onderzoekers het over een andere boeg: ze willen meerdere bestaande geneesmiddelen combineren. Het gaat om middelen die specifiek tegen kankercellen zijn gericht en bepaalde moleculaire routes blokkeren waardoor de cellen niet meer kunnen groeien. Veel van die medicijnen werken tegen één zo’n route en er zijn helaas meerdere van zulke routes, waardoor de medicijnen in hun eentje niet altijd het gewenste effect hebben. Door ze te combineren hopen de onderzoekers effectief kankergroei te remmen. 

Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd? 

In dit preklinische onderzoek wordt gezocht naar werkzame geneesmiddelcombinaties bij muizen. Voordat de stap naar patiënten kan worden gemaakt, is het van belang om in kaart te brengen wat de optimale combinatie is, in welke verhouding en dosering, kortom, hoe dit zo veilig mogelijk gedaan kan worden. Omdat bij muizen zowel de tumoren als het afweersysteem en de bloed-hersenbarrière sterk op elkaar lijken, is dit het meest geschikte model om deze proeven te doen.  

Wat levert dit onderzoek op?  

De onderzoekers verwachten aan het eind van het project een of meerdere optimale geneesmiddelcombinaties te hebben gevonden, waarmee de stap naar de patiënt gemaakt kan worden.