Toxiciteits voorspelling bij bekkenbestraling: combineren van biologische met natuurkundige parameters naar 1 voorspellend model voor optimaliseren van de bestralingsbundels

afgerond

Onderzoekssamenvatting

Radiotherapie neemt een belangrijke plaats in bij de behandeling van patiënten met kanker in het kleine bekken, in het bijzonder bij patiënten met prostaatkanker, baarmoederhalskanker, blaaskanker en darmkanker. Dankzij deze behandeling kunnen de meeste patiënten genezen, maar helaas gaat bestraling van het bekkengebied gepaard met bijwerkingen op het gebied van de blaas, darmen, algemeen welbevinden. 

De precisie van de radiotherapie is in de afgelopen jaren sterk verbeterd, en daarmee is de kans op bijwerkingen gelukkig ook verminderd. De kans op bijwerkingen wordt vooral bepaald door de hoeveelheid bestraling (dosis) en de hoeveelheid gezond weefsel (volume) rondom de tumor. Maar toch zijn er nog altijd ~10% die forse bijwerkingen krijgen, zelfs na een relatief lage dosis en een klein volume gezond weefsel. 

In een voorgaand KWF-project bij ruim 200 mannen die radiotherapie kregen voor prostaatkanker, vonden deze onderzoekers dat er sprake is van een genetische aanleg voor bestralingsbijwerkingen. 

Doel van het project

Dit project borduurt op deze vinding voort. Doel is om een genetische test te ontwikkelen die voor elk individu kan voorspellen of er een verhoogde kans is op bijwerkingen van bestraling. 

Relevantie voor de patiënt

Het onderzoek levert belangrijke kennis op voor het vaststellen van de optimale behandeling: patiënten met een hoog risico op bijwerkingen kunnen wellicht beter een andere behandeling krijgen (hormoontherapie). Patiënten met een laag risico kunnen juist wellicht een hogere dosis straling krijgen, wat de kans op genezing vergroot.