Streven naar de preventie van voorkómbare post-coloscopie darmkanker: wat zijn hun kenmerken en oorzaken?

Gerichte Gift
lopend
Beschikbaar voor gerichte giften

Onderzoekssamenvatting

A.     Achtergrond en probleemstelling
Darmkanker is één van de meest voorkomende vormen van kanker in Nederland. Overlijden aan darmkanker kan worden voorkomen door bij een kijkonderzoek van de darm (coloscopie) darmpoliepen te verwijderen. Helaas wordt er bij mensen tóch nog regelmatig darmkanker ontdekt, terwijl ze in de voorgaande jaren een coloscopie hebben ondergaan. Deze “post-coloscopie darmkankers” (PCCRCs) zijn waarschijnlijk het gevolg van het feit dat darmpoliepen, adenomen of serrated poliepen (SP), tijdens coloscopie niet gezien zijn of niet volledig zijn verwijderd.

B.     Onderzoeksrichting/voorgestelde oplossing
Er is nog weinig bekend over de ontstaanswijze van PCCRCs. Ook is het onduidelijk of het type PCCRCs met de slechtste prognose (ontstaan uit SP) vaker ontstaat bij patiënten die zijn behandeld zijn door een endoscopist met een lage SP danwel adenoom detectie.

C.     Relevantie
PCCRCs worden vaak pas in een gevorderd stadium gevonden en hebben een slechte prognose. Deze darmkankers hadden grotendeels voorkomen kunnen worden omdat patiënten een coloscopie hebben ondergaan voor het optreden van de kanker. Hierdoor zijn PCCRCs des te meer frustrerend voor zowel patiënt als endoscopist.

D.     Onderzoeksvragen

  1. Wat zijn de klinische en histopathologische kenmerken van PCCRCs en ontstaan deze kankers vaker uit SP of uit adenomen?
  2. Wat is de meest voorkomende oorzaak van PCCRCs?
  3. Is de kwaliteit van endoscopisten in de detectie van adenomen en /of SP gerelateerd aan het optreden van PCCRCs met de slechtste prognose?

E.      Onderzoeksopzet
Allereerst beogen we alle PCCRCs, opgetreden binnen het bevolkingsonderzoek darmkanker, te verzamelen door alle coloscopie gegevens te koppelen aan de nationale kankerregistratie. Dit stelt ons in staat te onderzoeken welk type patiënt het hoogste risico heeft op PCCRCs. Vervolgens zullen we de histopathologische kenmerken van alle PCCRCs systematisch beschrijven en zullen we met behulp van moleculaire analyses onderzoeken of PCCRCs vaker ontstaan uit een SP of een adenoom.

Vervolgens zullen we door middel van een zogenaamde “root-cause analysis” per PCCRC de meest waarschijnlijke oorzaak bepalen. Zijn er bijvoorbeeld poliepen gemist of onvolledig verwijderd? Deze analyse maakt het ook mogelijk een schatting te maken hoeveel kankers voorkomen hadden kunnen worden.

Als laatst zal voor iedere endoscopist zijn/haar detectiegraad van adenomen en SP worden berekend. Al bovenstaande resultaten zullen we koppelen om te kunnen bepalen welke endoscopisten het hoogste risico hebben om PCCRCs met een relatief slechte prognose te veroorzaken.

F.      Verwachte uitkomsten

    1. PCCRCs komen vooral voor bij vrouwen op hogere leeftijd, en in zitten vaker in het rechtszijdige deel van de dikkedarm (typisch voor kankers ontstaan uit SP).
    2. PCCRCs ontstaan relatief vaak uit SP en hebben een hoog sterftecijfer.
    3. PCCRCs worden met name veroorzaakt door eerder gemiste poliepen.
    4. PCCRCs met de slechtste prognose ontstaan vaker bij patiënten die zijn behandeld zijn door een endoscopist met een lage SP detectie.

G.     Omschrijving stappen nodig om resultaat te implementeren
Op basis van de resultaten zouden we gerichte training kunnen geven aan endoscopisten en kunnen we zo helpen de incidentie van PCCRC te verlagen. Deze training zou kunnen worden geïmplementeerd in de verplichte leerstof voor BVO endoscopisten.