Onderzoek naar blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en het risico op borstkanker bij vrouwen in een internationaal consortium van agrarische cohorten (AGRICOH)

lopend
Beschikbaar voor gerichte giften

Onderzoekssamenvatting

Veel landbouwbestrijdingsmiddelen (pesticiden) bevatten hormoonverstorende stoffen. Deze kunnen een rol spelen bij het ontstaan van borstkanker. Prof. Hans Kromhout, verbonden aan het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van de Universiteit van Utrecht, onderzoekt hoe groot deze risico's zijn.

Doel van het onderzoek

Bepalen van het risico op borstkanker bij vrouwen die werken in de agrarische sector en in aanraking komen met bestrijdingsmiddelen.

Waarom is dit onderzoek nodig?

Per hectare landbouwgrond is Nederland één van de grootste verbruikers van pesticiden in Europa. Het is dus van groot belang dat de agrarische beroepsbevolking nauwkeurig geïnformeerd wordt over het risico op borstkanker door landbouwbestrijdingsmiddelen. 
Eerder onderzoek bracht de middelen chloorpyrifos en terbufos in verband met een 40-50% verhoogd risico op borstkanker. Ook chlordaan, 2,4-D en malathion lijken het borstkankerrisico te verhogen.
Om deze bevindingen te bevestigen en de risico's nog specifieker te in kaart te brengen (bijvoorbeeld bij vrouwen voor en na de menopauze) is een grotere steekproefomvang nodig. 

Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd?

Het onderzoeksteam gaat grote internationale datasets uit de Verenigde Staten (AHS), Frankrijk (AGRICAN) en Noorwegen (CNAP) combineren en analyseren. Deze agrarische cohorten bevatten informatie over hoe vaak, hoe lang en aan welke middelen boerinnen en meewerkende vrouwen zijn blootgesteld. 
De onderzoekers kijken niet alleen naar blootstelling tijdens gebruik van bestrijdingsmiddelen, maar ook door 'herbetreding' (hernieuwd contact) tijdens snoeien, plukken, oogsten en andere taken. 
Door deze data te koppelen aan kankerregistraties is na te gaan hoe vaak borstkanker voorkomt onder vrouwelijke agrariërs. En in welke mate er een verband is met blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. 
Met 197.000 deelnemende vrouwen is dit het grootste onderzoek naar het risico op borstkanker door blootstelling aan pesticiden ooit.

Wat levert dit onderzoek op?

Inzicht in het risico op borstkanker door landbouwbestrijdingsmiddelen. Dit kan bijdragen aan:
•    Verantwoord(er) gebruik van bestrijdingsmiddelen
•    Strengere eisen / herbeoordeling van bestrijdingsmiddelen door (inter)nationale instanties
•    Minder borstkanker bij vrouwelijke agrariërs

Stand van zaken (april 2024)

•    Binnen het Franse AGRICAN-cohort is een voorlopige analyse gemaakt van het risico op borstkanker voor zo'n 40 pesticiden. Definitieve analyses (ook van de andere 2 cohorten) volgen later dit jaar en zullen de nauwkeurigheid verder vergroten. 
•    Men is nog in afwachting van de Franse data over de verschillende subtypes borstkanker (o.a. hormoongevoelige versus niet-hormoongevoelige borstkanker) 
•    Er zijn relatief weinig vrouwen met premenopauzale borstkanker. Binnenkort komen data van een langere periode beschikbaar, zodat deze analyse hopelijk wel te maken is.
•    De Noorse data over blootstelling door herbetreding is schaars en nog niet compleet. 
•    Het is een uitdaging om te achterhalen welke pesticiden precies zijn gebruikt en hoe ze zijn toegepast. Daarom worden ook data over de aankoop van pesticiden meegenomen. 
•    Vanwege privacywetgeving mogen de Noorse data alleen in het land zelf geanalyseerd worden. Twee onderzoekers zullen hiervoor afreizen naar Noorwegen. 
•    Het Amerikaanse cohort bevat weinig data over herbetreding vanwege geautomatiseerde processen en andere gewassoorten (minder fruit).