Implementatie van een counseling protocol in de huisartsenpraktijk om de dagelijkse fysieke activiteit van patiënten met kanker te bevorderen

lopend

Onderzoekssamenvatting

Mensen die behandeld worden voor kanker hebben vaak last van bijwerkingen van de ziekte of de bijbehorende therapie. Klachten zoals vermoeidheid, angst en depressie komen vaak voor. Op de lange termijn kunnen behandelingen ook leiden tot hart- en vaatproblemen. In dit implementatieproject gaan huisartsenpraktijken aan de slag met een methode om kankerpatiënten te bewegen in hun fysieke activiteit. Met als doel hun fitheid te vergroten en klachten (zoals vermoeidheid) te verminderen. 

Waarom is dit onderzoek nodig?

Fysieke activiteit is een goede manier om bovenstaande problemen te bestrijden. In het ziekenhuis of revalidatiecentra worden beweegprogramma’s aangeboden. Hieraan doet ongeveer de helft van de uitgenodigde patiënten niet mee. De niet-deelnemers vinden de intensiteit van de beweegprogramma’s te hoog, de frequentie ervan te vaak, of ervaren de reistijd als een belemmering. Ook is de therapietrouw, met name op lange termijn, laag. Ouderen en mensen uit lagere socio-economische groepen doen minder aan recreatieve beweging. Juist voor deze groepen en voor wie de beschikbare beweegprogramma’s te intensief zijn, is een toegesneden interventie nodig. 
 
Die interventie is er in de vorm van de COACH-methode, die uitgaat van het bevorderen van lichamelijke activiteit in dagelijkse bezigheden. Deze methode kan dicht bij huis worden aangeboden: door de huisartsenpraktijk.  

De COACH-methode is een gestructureerd protocol gebaseerd op theoretische principes over gedragsverandering, om deelnemers meer te laten bewegen tijdens hun dagelijkse activiteiten zoals in vrije tijd, tijdens werk en huishoudelijke taken. Deze methode is gepersonaliseerd, zodat het wordt aangepast aan de fysieke mogelijkheden en de persoonlijke beweegdoelen van de deelnemer. De deelnemers zijn vrij om de beweegactiviteit, het tijdstip en de locatie te kiezen. De intensiteit is laag tot matig intensief. Daardoor is het goed vol te houden, veilig en blijven deelnemers langere tijd actief. De COACH-methode is bewezen effectief, ook op lange termijn, bij diverse groepen patiënten.  

Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd? 

In dit implementatieproject worden praktijkondersteuners (POH’s) in huisartsengroepspraktijken in het noorden van Nederland getraind om de COACH methode te gebruiken. Zo krijgen ze scholing om gedragsverandering bij patiënten te realiseren: motivatie vergroten, doelen stellen, zelfmanagement stimuleren en een gewoonte te maken van meer bewegen.  

De POH’s zullen in de huisartsenpraktijk patiënten met kanker die meer willen bewegen begeleiden in 6 sessies. De sessies duren gemiddeld 30 minuten. Een stappenteller wordt gebruikt om het activiteitenniveau te meten en dient als uitgangspunt voor de te stellen doelen. De eerste 3 maanden zal de patiënt tijdens 4 sessies stap voor stap zijn/haar dagelijkse activiteit vergroten. Na een half jaar vindt nog een sessie plaats gericht op volhouden. Na negen maanden vindt de laatste sessie plaats, die blijvende gedragsverandering in kaart brengt en indien nodig bijstuurt. 

De patiënten worden opgezocht in het huisartsinformatiesysteem van de huisartspraktijken. Patiënten die in de afgelopen 10 jaar zijn behandeld voor kanker en geschikt worden geacht door de huisarts en POH, ontvangen informatie over en een uitnodiging voor het project. Bij patiënten die nog worden behandeld zal de huisarts, afhankelijk van de soort behandeling, in overleg gaan met de oncoloog. Daarnaast wordt in samenwerking met de POH, de assistenten en huisarts een strategie bedacht om in de toekomst nieuw gediagnosticeerde patiënten met kanker uit te nodigen. 

Wat levert dit onderzoek op? 

De onderzoekers verwachten dat de toegenomen fitheid van de deelnemers leidt tot een betere kwaliteit van leven en minder vermoeidheid.